Grote hoofden en nog grotere verhalen – de Capgrossos van Catalonië
De oorsprong van de capgrossos gaat terug tot de middeleeuwse processies: maskers en groteske figuren, opgevoerd in religieuze plechtigheden, ontwikkelden zich tot een repertoire van volksfiguren, lokale verhalen en sociale symbolen. Sinds de 19e eeuw zijn capgrossos vaste ingrediënten van de dorps- en stadsfeesten: ze nemen rollen aan — de edelman, de boer, de notaris, de nar — die de gemeenschap herkent, uitlacht of juist eerbiedigt. Hun dans — soms speels, soms bijna marionetachtig — is een uiting van buurtverhalen: oude ambachten, lokale figuren en soms zelfs actuele, speelse knipogen naar politiek of sporthelden. Inmiddels zijn ze niet alleen erfgoed, maar ook een levende praktijk: groepen (´collas´) die ze bouwen, ermee dansen, en de personages steeds weer nieuwe trekken geven.
In Vilafranca del Penedès, 25 minuten van Torre Nova, heeft de relatie tussen capgrossos en het festa major een eigen ritme. Deze stad, beroemd om haar wijntraditie en de imposante gegants, kent ook een rijke traditie van capgrossos die de Festa Major omkaderen. De capgrossos van Vilafranca zijn vaak kindvriendelijk vormgegeven, met zachte trekken en herkenbare gezichten. Maar onder dat lieve uiterlijk schuilt vakmanschap: het maken van een capgròs vraagt kennis van papier-maché, houtconstructie en stofbewerking, en niet zelden ook een politiek gevoel voor timing: welke figuur plaatst men dit jaar voor de grap in het midden van de processie?
Igualada, 15 minuten van Torre Nova, biedt een ander facet van dezelfde traditie. De capgrossos van Igualada zijn onderdeel van een uitgebreide feestmachine: de Festa Major daar is een week lang, met menselijke torens (castells), draken, duivels en allerlei folkloristische dansgroepen. De capgrossos lopen mee in de optochten, met muziek van de lokale grallers (fluitspelers), en met humoristische trekken — die de show stelen.
Wat onderscheidt nu precies een capgròs van een gegant (reus) of van andere feestfiguren? In essentie zijn capgrossos kleiner — in schaal — maar groter in expressie. Waar de gegants imposant en statig door de pleinen stappen, zijn capgrossos speels, dynamisch en vaak interactief. Ze zoeken het contact met het publiek, ze imponeren niet door hoogte maar door mimiek: slikken, knipogen, een tong uitsteken naar een wethouder — die spontane, komische interactie is hun kracht. Bovendien zijn ze technisch eenvoudiger te dragen en wendbaarder, waardoor jongeren en kinderen actief mee kunnen doen. Die participatie zelf is van grote waarde: capgrossos zijn een middel tot sociale integratie, een project voor buurtwerk en een manier om lokale identiteit vorm te geven.
De productie van een capgròs is bijna altijd een gemeenschapswerk. In werkplaatsen, verenigingszolders en dorpshuizen komen vrijwilligers bijeen om hoofdonderdelen te modelleren, verf te mengen en kostuums te naaien. Soms dragen de figuren namen en achtergronden die met zorg zijn uitgewerkt: een oude bakker die herinnerd wordt, een mythische figuur die hoort bij de patroonheilige, of een parodie op een bekende dorps- of stadgenoot. In Vilafranca bijvoorbeeld zijn er capgrossos die al decennialang op het festa major terugkeren en zo een collectieve geheugenrol vervullen. Dit hergebruik van personages maakt de figuren tot levende archieven van lokale verhalen.
In Girona geven de capgrossos een steelse knipoog geven naar het rijke middeleeuwse verleden, in Igualada mengen ze zich tussen de castellers en de lawaaierige duivels, en in Vilafranca spelen ze de ‘nens’-rollen die kinderen aanbidden. Daardoor krijgt elke festa major een unieke kleur: dezelfde ingrediënten, andere smaak. De kruising van ambacht, spel en gemeenschap is wat de capgrossos zo bijzonder maakt — ze zijn niet alleen poppen, maar bruggen: tussen generaties, tussen verleden en heden, tussen het serieuze en het hilarische. En terwijl de capgrossos hun laatste buiging maken voor het vertrek van de Festa Major, weet je dat hun hoofden volgend jaar opnieuw zullen opduiken, steeds herkenbaar en toch telkens weer anders.