Het klooster van Santa Maria de Poblet
Klik op de foto en bekijk de hoogtepunten van het klooster van Poblet.
Op ongeveer een uur rijden van Torre Nova Resort ligt het klooster van Santa Maria de Poblet (Monestir de Poblet) in Vimbodí i Poblet, in de provincie Tarragona, fraai gelegen aan de voet van de bergketens van Prades. Poblet is het grootste nog bewoonde Cisterciënzer klooster van de Ruta del Cister in Catalonië. De naam “Poblet” komt waarschijnlijk van het Latijnse Populetum, wat “populierenbos” betekent. Het is een van de meest indrukwekkende kloostercomplexen van Spanje. Niet alleen vanwege zijn architectuur en omvang, maar ook door de rol die het heeft gespeeld in de geschiedenis — zowel religieus, cultureel als politiek.
Ontstaan en geschiedenis
Het klooster werd gesticht rond 1150. De stichter was Ramon Berenguer IV, graaf van Barcelona, die het land schonk dat recent veroverd was op de Moren (de Saracenen) en de abt van Fontfroide (in het zuiden van Frankrijk) stuurde monniken naar Poblet.
Door de eeuwen heen werd Poblet steeds belangrijker — niet alleen als religieus centrum, maar ook als cultureel en politiek bolwerk. In de 14e eeuw werd Poblet het koninklijk pantheon van het Huis Aragón. Koningen als James I de Veroveraar, Alfons de Grote (“el Magnánimo”) en Martín de Humane liggen er begraven.
Architectonisch werd het klooster in de loop der tijd verder uitgebreid, verfraaid en versterkt. De kloostergebouwen, kerk, kloosters, slaapzalen, refectorium (eetzaal), kapellen, enzovoort werden in romaanse, gotische, renaissancistische en later barokke stijlen aangepast of aangevuld.
In 1835 werd Poblet gesloten tijdens de zogenaamde “Desamortización de Mendizábal” (kerkelijke confiscaties) waarin kerkelijke bezittingen geconfisqueerd werden. Het klooster werd geplunderd, beschadigd, vele kunstvoorwerpen verdwenen, gebouwen raakten in verval.
In de 20e eeuw begon men met restauratie en in 1940 keerde de monastieke gemeenschap terug — vier Italiaanse monniken kwamen om de religieuze functie opnieuw op te starten. In 1991 verklaarde UNESCO het klooster van Poblet tot Werelderfgoed vanwege zijn uitzonderlijke universele waarde: architectonisch, historisch, cultureel.
Huidig gebruik & betekenis
Er wonen tegenwoordig zo’n 30 monniken (en enkele novicen / oblaten) in Poblet. Het klooster is niet meer alleen een stil religieus leven; het is ook een culturele trekpleister, een toeristische attractie én spiritueel centrum: er zijn rondleidingen, bezoekersroutes, museale presentaties, retraites etc. De kloostergemeenschap onderhoudt het complex, houdt plechtigheden, heeft liturgische diensten, en het klooster is actief betrokken bij behoud, restauratie en beheer van zowel het gebouw zelf als de omliggende omgeving.
Bezoek & rondleiding
Er zijn rondleidingen, die je online kunt reserveren, waarbij de volgende onderdelen aan bod komen:
- De kerk (Iglesia de Santa Maria): romaanse basis, drie beuken, transept, apsis met radiale kapellen, ambulatorium welke typisch is voor pelgrimsroutes.
- De kloosters: het grote klooster (cloister) met zijn rondgang met zuilen en de fraaie fontein.
- Refectorium: de monnikeneetzaal, indrukwekkend door de proporties, de details en de sfeer.
- Chapter house ‒ de vergaderzaal van de monniken.
- Slaapzalen / dormitoria: de slaapvertrekken van de monniken.
- De Koninklijke graftombes ‒ het pantheon van de koningen van Aragón.
- Andere gebouwen: de oude keuken, de bibliotheek / schrijverszaal, de wijnperszalen, gasthuizen.
- De stadsmuren en poorten / de Gouden Poort (Puerta Dorada) ‒ de verdedigingswerken die in latere eeuwen toegevoegd zijn.
Tips voor een bezoek
- Neem voldoende tijd: je kunt makkelijk een paar uur doorbrengen, zeker als je de tuinen, omgeving en museale informatie meerekent.
- Kom ’s ochtends of buiten de drukke tijden: dan heb je meer rust.
- Draag gepaste kleding als bezoekers in kloosters / kerken;
- Combineer met de natuur: wandelen in de bossen rond Poblet of in de regio Conca de Barberà is een aanrader (Montaña de Prades).
- Combineer met een bezoek aan het middeleeuwse stadje MontBlanc, waar de mythe van St. Joris en de draak vandaan komt.